Rapportcijfer instelling
Definitie
Het gaat om het rapportcijfer voor de instelling gegeven door de deelnemers van die instelling.
Toelichting
- Examendeelnemers doen niet mee aan de beoordeling van de instelling.
- Bij het bepalen van de indicator wordt een berekening toegepast waarin weegfactoren en representativiteit van deelpopulaties een rol speelt.
- Deze indicator vormt onderdeel van een set van zeven indicatoren op het gebied van deelnemertevredenheid. Zes daarvan zijn ieder jaar hetzelfde om trendanalyses mogelijk te maken. Het Rapportcijfer instelling is daar één van. De zevende tevredenheidindicator wordt ieder jaar bepaald aan de hand van een actueel thema.
Populatie
Per instelling de in de JOB-monitor vastgestelde geënquêteerde populatie
Berekenwijze
Het rapportcijfer is het gewogen gemiddelde van de antwoorden bij een aselecte steekproef op basis van één vraag uit de JOB-monitor, namelijk "Welk rapportcijfer geef je jouw school?". Het antwoord bestaat daarbij uit een cijfer in een waardebereik van 1 tot 10.
Bij het berekenen van de doorsneden wordt er een gewogen gemiddelde genomen van de gegeven antwoorden. Met de weegfactor wordt gecorrigeerd voor verschillen in respons en populatie voor kenmerken die samenhangen met tevredenheid, te weten: instelling, opleiding, geslacht, etniciteit, niveau en leerweg. Willen we bijvoorbeeld het gemiddelde op mbo-niveau berekenen, dan zullen de antwoorden van een grote instelling waarvoor maar weinig antwoorden beschikbaar zijn zwaarder worden meegeteld dan die voor een kleine instelling met veel antwoorden. Deze weging vindt alleen plaats indien de groep als representatief kan worden beschouwd. Een groep wordt als representatief beschouwd als het percentage antwoorden uit de totale groep boven een bepaald niveau zit. Bij een kleine groep moet het percentage daarbij groter zijn dan bij een grote groep. Zo is bij een kleine groep van 5 deelnemers een percentage antwoorden vereist van minstens 60%, bij een groep van 100 deelnemers een percentage van minstens 45%, en bij een groep van 1000 deelnemers een percentage van minstens 22%.
Om privacy-redenen worden kleine absolute aantallen nooit gepubliceerd. Bij cijfers die publiekelijk toegankelijk zijn, moet een groep uit minstens 20 deelnemers bestaan, bij cijfers die alleen voor de instellingen toegankelijk zijn ligt dit minimum op 5 deelnemers.
Voorbeeld t.a.v. weegfactoren
Stel we willen het gemiddelde rapportcijfer voor een opleiding over de instellingen A en B heen. Hieronder is aangegeven: Aantal enquêteantwoorden / Totaal aantal opleidingvolgers.
-
Instelling A: 50 / 100
- Jongens: 10 / 50
- Meisjes: 40 / 50
-
Instelling B: 75 / 500
- Jongens: 50 / 250
- Meisjes: 25 / 250
-
Alle instellingen:
- Jongens: 60 / 300
- Meisjes: 65 / 300
Weegfactor voor antwoorden van jongens van instelling A = 5
Weegfactor voor antwoorden van meisjes van instelling A = 5/4
Weegfactor voor antwoorden van jongens van instelling B = 5
Weegfactor voor antwoorden van meisjes van instelling B = 10
Doorsneden
Het rapportcijfer voor de instelling is beschikbaar voor de doorsneden:
- Leerweg
- Niveau
- Opleiding
Eventueel is deze ook beschikbaar voor de doorsneden:
- Leerjaar
- Geslacht
- Leeftijd
- Standaard- of experiment-opleidingen